Manna schreef gedichten op losse velletjes papier, de achterkant van een verhuiskaart, een deel van een ontvangen brief, en wekt daarmee de indruk dat zij schreef op wat haar maar voorhanden was en zodra het haar te binnen viel.

 

Slechts zelden maakte zij doorhalingen en wijzigingen in haar gedichten, zodat je zou kunnen denken dat ze al goed in haar hoofd wat ze wilde schrijven en pas schreef als ze zeker was van wat ze wilde schrijven.

 

Ze had ook de gewoonte om als de regel niet volledig paste, niet door te gaan op de volgende regel maar om het laatste woord naar beneden te laten afbuigen.

 

De gedichten werden zelden door haar van een naam voorzien.
De namen hier zijn door Ynze van der Ree gegeven als trefwoord of karakterisering in een poging de kern in een korte titel te vangen.

 

Hoewel Manna een sierlijk handschrift had, zijn de gedichten niet altijd even makkelijk te lezen. Al was het alleen maar door het taalgebruik passend bij de tijd waarin zij leefde. Maar daarnaast ook door de vervaging van de inkt na meer dan een eeuw sinds het schrijven van de gedichten.

 

De gedichten geven mooi haar gemoedsgesteldheden, genieten met en van elkaar en het zijn in de natuur als ook het geloof en vertrouwen in God.

Nieuwsflits

In het kader van een schoolopdracht schreef Ravian Wettstein een werkstuk over met name het beeldende werk van Manna de Wijs-Mouton.

Ravian is een achter-achterkleinzoon van Manna.

Lees meer...